Tag Archives: column

Glee: trommelvliesvernietigend maar catchy

30 nov

Ik geloof dat ik de afgelopen maanden onder een enorm rotsblok heb gelegen. Ik heb namelijk nog nooit naar Glee gekeken, de succevolle Amerikaanse serie over een zangclubje op een middelbare school. Wist ik veel. Ik volg eigenlijk alleen Grey’s Anatomy, en zelfs dat moet ik opnemen omdat ik de helft van de tijd niet thuis ben om te kijken.

Maar de verhalen en lof voor Glee was me – desondanks – ondertussen niet ontgaan. Facebook, Twitter, de overige media, mijn vrienden: iedereen leek wel verslaafd. Inmiddels was ik er ook achter dat er veel leuke muziek in voorkwam, dus mijn eerste stap was het downloaden van de soundtrack.

O mijn god. Dacht ik voor het slapengaan nog even rustig naar mijn iPod te kunnen luisteren, was daar ineens een Glee-zangeres die mijn trommelvliezen aan stukken scheurde. Niet omdat ze vals zong, integendeel, maar vanwege haar hysterische uithalen en hoge tonen. Hallelujah, een man die door tien dolle stieren in Pamplona in zijn zaakje wordt getrapt, was er niets bij.

En toch vond ik het wat hebben. Pakkende nummers, uit alle genres. Had ik effe mazzel dat op 30 november de speciale en langverwachte Madonna-aflevering werd uitgezonden. Een perfect moment om voor het eerst naar een aflevering van de hitserie te kijken.

Ik moet eerlijk zeggen: ik ben blij verrast. Ik begrijp ook waarom Glee zo populair is. Maffe personages (zoals die briljante en hatelijke gymjuf Sue Sylvester), een dikke knipoog naar het puberleven op de middelbare school, met de onvermijdelijke kern van waarheid. Maar het draait om de liedjes: het feest der herkenning, goed in het verhaal verwerkt, en catchy.

Ik schrijf dit stukje terwijl de halve cast met elkaar naar bed gaat. Like a vihihihihirgiiiiin! (Lachen ook, die ondertiteling van de songteksten. Als een maahaagd!) Ik ben er nu ook achter wie dat trommelvliesverscheurende geluid produceert: dat donkerharige moppie met die grote, reebruine ogen en enorme mond. Maar ik kan het hebben, het hoort bij het gehele campy image van Glee. Ik weet wel wat ik van Sinterklaas ga vragen: de dvd-box van seizoen 1. Moet ik wel een mooi Glee-liedje door de schoorsteen tetteren…

UPDATE: Beat the Cold

25 okt

De kachel is gerepareerd! Er is een mannetje langsgeweest die constateerde dat er een piefje van een dingetje was afgebroken (het lag dus niet aan te weinig water in de radiatoren), en hij heeft de kachel handmatig aangestoken. Nu is het hier lekker BLOEDHEET, waardoor de maatregelen van de Beat the Cold Top Tien ineens heel anders uitpakken.

  1. Haar föhnen: ik zweet nu zo hard dat mijn haar niet droogt. Ik zie eruit alsof ik net uit het zwembad kom. Zie ook 2.
  2. Skikleren aan: ik zweet nu zo hard dat ik besloten heb om over te gaan op mijn bikini.
  3. Thee drinken: ik zweet nu zo hard dat ik ben overgegaan op ijsklontjes sabbelen. In bikini.
  4. Rode wijn drinken: kan altijd. Ook in bikini.
  5. Uitbundig dansen: ik zweet nu zo hard dat dit alleen kan met alle ramen wagenwijd open. Niet in bikini overigens in verband met de buren (behalve als het naar binnen regent).
  6. Bedelven onder dekens: ik zweet nu zo hard dat ik van mijn stoel glibber. Ik grijp opnieuw naar de bikini.
  7. Wasabi/rode pepers/sambal eten: ik zweet nu zo hard dat dit in combinatie met de eerdergenoemde ijsblokjes moet gebeuren. In bikini.
  8. De post halen: ik zweet nu zo hard dat ik de buurman bel om te vragen of hij de post naar boven wil brengen. Ik doe overigens wel open in bikini.
  9. Mediteer je naar een zonnig oord: daar heb ik, ondanks het zweet, in het geheel geen moeite mee. Ondertussen dans ik namelijk (zie 5) op een zeer zonnig nummer.
  10. Vragen aan mijn alter ego of ze een eskimo is: ik zweet nu zo hard dat ik alleen nog informeer naar Saharabewoners (in bikini). Daar heb ik er meerdere van.

Stomende sex in het weekend: nog steeds een belangrijke tip, ongeacht de temperatuur. De bikini en een glimmend lichaam van het zweet kan hier een grote bijdrage aan leveren.

Beat the Cold Top Tien

22 okt

Ik heb het koud. Want mijn kachel is kapot (lees: de radiatoren moeten eerst bijgevuld worden voordat -ie aankan, maar dat kan ik niet alleen, en mijn vader heeft morgen pas tijd). Ik word gek van de ijspegels aan mijn neus, dus ik ben om-en-om de volgende tien anti-koutips aan het toepassen. Voor iedereen die met hetzelfde probleem kampt (bijvoorbeeld omdat je op de noordpool woont): de Beat the Cold Top Ten.

  1. Föhn een uur je haar. Prettige bijkomstigheid: je hoeft je haar nooit meer te knippen omdat het is afgefikt.
  2. Trek al je skikleren aan, inclusief skischoenen. Het enige lastige wordt: bewegen.
  3. Drink veel thee. Hou je skikleren aan voor isolatie (en voor op de koude wc).
  4. Drink veel rode wijn. Ook goed voor de inspiratie.
  5. Dans uitbundig op je lievelingsnummer.
  6. Bedelf jezelf onder dekens. Ook hier geldt: bewegen wordt lastig.
  7. Eet wasabi/rode pepers/sambal.
  8. Haal de post: trap af, envelopje pakken, trap op en envelop wegleggen, trap af, krant pakken, trap op en krant wegleggen, trap af, etc.
  9. Mediteer je weg naar een zonnig oord.
  10. Vraag aan je alter ego of hij/zij toevallig een eskimo is, en ruil.

Ik zou ook graag ‘bedrijf de hele dag stomende sex’ willen toevoegen, maar dat is wat onpraktisch als je werk gedaan wil krijgen. In het weekend staat deze tip echter bovenaan.

Heeft er iemand een telefooncel over?

1 dec

Stel, je woont in een piepklein Brits gehuchtje en de plaatselijke bibliotheekbus weigert langer de moeite te nemen om jou en je dorpsgenoten van bibliotheekboeken te voorzien. En de dichtstbijzijnde bieb is zo’n eind verderop dat de lust tot lezen je direct vergaat.

Stel, er staat in datzelfde plaatsje een good ol’ English phone booth, zo’n mooie rooie, die de gemeente wil weghalen omdat hij dankzij het mobiele tijdperk overbodig is geworden.

Dan is de optelsom snel gemaakt: tover de telefooncel om in een bieb.

En dat is precies wat de inwoners van het Britse plaatsje Westbury-sub-Mendip (800 stuks) hebben gedaan. De laatste telefooncel in het dorp is nu een levendige ruilplaats voor allerlei soorten boeken. Neem je iets mee, dan moet je ook wat terugzetten. Simpele oplossing, groot succes. De schattigste bibliotheek van het westelijk halfrond? Dacht het wel.

[Lees hier de hilarische post over ‘The Most Adorable Library Ever’. Er is een tea party aan te pas gekomen. Ja, echt.]

Nu effe geen zwervers met bedelvragen, ja?

11 nov

Soms voel ik de onbedwingbare behoefte om de wereld te redden. Zij het kortstondig, maar heftig. Vriendin werkt bij WNF en duwt een artikel over zielige dieren met kraaloogjes onder mijn neus: ik doe twee dagen lang uitsluitend vegetarische bio-boodschappen. ‘An inconvenient truth’ bekeken: ik scheid acuut al mijn huisvuil in papier, gft en rest (en hou het een week vol – daarna is mijn keuken een ravage). Om maar te zwijgen over de jaarlijkse gewetensklapper: 3FM Serious Request. Stort! Nu! Geld! Voor landmijnen/verwoestend natuurgeweld/arme kindertjes in Afrika (kruis aan wat van toepassing is). Dag spaarcentjes.

De rest van de tijd stook ik de kachel flink op, laat ik het badkamerlicht altijd branden (oeps, gloeilamp) en slacht ik muizen af in de keuken dat het een lieve lust is.

Maar laatst had ik weer zo’n heal the world-moment. Dinsdagavond, 23:05 uur, Amstelstation. Verkleumd rol ik de metro uit na een oefenwedstrijd. Ik loop richting mijn fiets en zie een zwerver een taxichauffeur aanklampen. Gauw hobbel ik door, kan alleen maar denken aan mijn warme bed. Mijn fiets staat een eind verderop en inmiddels heeft de zwerver twee jongens aangesproken. Hij zal wel geld willen, denk ik nog. Ook de jongens haken af. Bij mijn fiets aangekomen pruts ik met het slot en zie uit mijn ooghoek de zwerver aankomen. Komnietnaarmetoekomnietnaarmetoe-komnietnaarmetoekomnietnaarmetoe. Nu effe geen zwervers met bedelvragen, ja? Het is steenkoud, ik wil naar huis. Maar ondanks mijn mantra (en dankzij mijn stroeve rotslot) is er geen ontsnappen aan: de zwerver heeft me bereikt voor ik op de fiets kan springen en vraagt of ik alsjeblieft een slaapplek in de buurt weet. Hij heeft de griep (ieuw, bacteriën) en niemand wil hem helpen. Hij laat een keurig lijstje zien met opvanghuizen en somt op dat hij niet in aanmerking komt, of moet betalen voor een plaats. Aha, there comes the mon(k)ey out of the sleeve. Hij vraagt het niet letterlijk, maar zijn hele relaas komt erop neer dat hij voor vier euro onderdak heeft. Goeie marketingtruc.

Ineens raakt het me: het nette lijstje, zijn moedeloosheid over alle geweigerde goodwill, de driedubbele sokken in zijn slippers. Waarom zou ik deze man niks geven? Straks koopt –ie drugs, nou en? Ik heb geld, een huis, een warm bed, en hij alleen de kleren aan zijn lijf. Ik pak mijn portemonnee en geef hem mijn kleingeld: €3,20.

Op weg naar huis ben ik blij dat ik hem heb geholpen. Waarom steek ik eigenlijk altijd die mantra in mijn hoofd af? Wie zegt dat alle zwervers lijmsnuivende alcoholisten zijn die het verdommen om zich te redden in onze pampermaatschappij? Ook een zwerver verdient compassie, net als zielige dieren met kraaloogjes. Toegegeven, misschien had mijn houding te maken met het feit dat een oude, dakloze dame me ooit om geld vroeg en ik haar dat gaf (onder het mom ‘het zal je eigen oma maar wezen’), waarna ze me verrot schold omdat ze van vijftig cent nog geen kop koffie kon kopen. Maar zo sluipt die ‘verharding van de samenleving’ op allerlei slinkse manieren je leven binnen. Je gooit een blikje op straat omdat de gemeente zo stom is om te weinig prullenbakken te plaatsen. Spaarlampen, weet je wat die dingen kosten? En die zwerver op het terras krijgt niks, want hij staat in je zon.

Eenmaal onder de warme wol neem ik me andermaal voor om mijn leven te beteren. Een mooiere wereld begint bij jezelf, dat wordt mijn nieuwe mantra. Terwijl ik de muizenval bij een kort, angstig piepje hoor dichtklappen, glijd ik langzaam weg naar dromenland, omringd door welriekende, uitzinnige daklozen en roze eco-kippen.