De inspiratieberg

3 jan

Onlangs heb ik geblogd over het allestegelijk-syndroom waar ik soms last van heb. Uit een goed idee ontstaat een onontwarbare kluwen van mini-ideeën, waardoor ik niet meer weet waar ik moet beginnen. Om vervolgens maar helemáál niet meer te beginnen.

De drie onafgemaakte breiwerken in de la (sokken, wanten en een sjaal), de zestien plannen voor het schrijven van een boek, de onoverkomelijke hoeveelheid foto’s van mijn Amerikareis die ik wil uitzoeken en uitdunnen, om vervolgens een selectie van de beste 120 foto’s te maken voor een fotoboek en de rest gewoon af te laten drukken… volgt u mij nog?

Soms heb ik zo veel inspiratie om iets te gaan ondernemen dat het een berg wordt waar ik niet meer tegenop kan. Ik ken mezelf onderhand een beetje en ik eis niets minder dan het allerbeste van mezelf. De lat ligt hoog, alles moet perfect. En gebeurt het niet perfect, dan gebeurt het niet.

Hetzelfde overkomt me als ik het druk heb, maar hierin zullen veel collega’s zich wel herkennen. Ik heb duizend dingen aan mijn hoofd, duizend deadlines te halen en tegelijkertijd stromen er duizend mails, twittermentions en facebookberichten binnen. Uiteindelijk grijp ik dan weer terug op mijn trouwe vriend de todolijst. Daar komen dan al die zaken op te staan, van de ideeën om mijn huis opnieuw in te richten tot het acquireren van nieuwe opdrachtgevers. Ik leg mezelf een strak dagritme op en probeer me te focussen op mijn belangrijkste taken. Al snel gaat deze planning natuurlijk weer overboord, want als ik goed kon plannen had ik die planning niet nodig.

Zucht.

Ernst-Jan Pfauth heeft het probleem van het ontbreken van focus – want dat is het – kunnen aanpakken omdat hij gegrepen werd door een regelrechte goeroe op dit gebied: Leo Babauta. Lees hier wat het hem heeft opgeleverd. Heel veel moois, heel veel zen en heel veel focus. Ik zie absoluut de waarde van zijn tips (ik typ dit stukje in de betaalde versie van OmmWriter en het werkt echt fantastisch), maar ik vraag me af of deze tools wel tot de kern van het probleem komen. Zijn het niet gewoon doekjes voor het bloeden? Want ik schrijf eindeloze post-its, om er vervolgens weer vierkant vanaf te wijken.

Ik vraag me juist af welke karaktereigenschappen ervoor zorgen dat ik doe zoals ik doe. Heb ik bepaalde trekken die al die bomen in mijn hoofd laten groeien en mijn focus soms een flinke schop geven? Als ik díe kan ontdekken, kan ik die eigenschappen in goede banen leiden en zelfs inzetten om ze in mijn voordeel te laten werken. Dan zijn ze me niet meer tot last. Een mooi streven volgens mijn rozebrilfilosofie.

De inspiratiechaos en het gebrek aan focus los ik niet één-twee-drie op, want persoonlijke ontwikkeling, daar doe je meestal je hele leven over. Maar alles begint met een eerste stap, niet?

Plaats een reactie